Ondertitelen is een vak
Waarom zou je een ondertitelaar inschakelen? Dat kan je toch zelf in YouTube of met een app? Natuurlijk, Machine Assisted Subtitling (MAS) is in opkomst. Het is goedkoop, en lijkt op het eerste gezicht snel. Maar de software verstaat woorden verkeerd, voegt geen interpunctie toe, maakt geen onderscheid tussen sprekers en de timing van de ondertiteling klopt vaak niet. De ervaring leert dat het corrigeren van een computervertaling in veel gevallen even veel tijd kost als het direct zelf vertalen van de brontekst.
Dat komt omdat ondertitelen uit een vreemde taal uit twee handelingen bestaat; vertalen en ondertitelen. Voor beide is ervaring en vakmanschap nodig. Wie kan vertalen, kan nog niet ondertitelen, en vice versa. Zou je de gesproken tekst integraal onder het beeld zetten, dan staat er meestal te veel tekst op één regel. Lezen kost nu eenmaal meer tijd dan luisteren en de kijker kan dan niet alles lezen voordat de titel uit beeld verdwijnt. Vangarmen heeft met zowel vertalen vanuit en naar het Engels als met ondertitelen van films, documentaires, televisieseries en bedrijfsfilms meer dan 25 jaar ervaring.
Groot publiek
Ondertitels zijn veruit de meest gelezen teksten. Elke dag lezen miljoenen mensen het resultaat van ons werk. Als je als ondertitelaar vertelt wat je doet krijg je vaak als reactie dat daar veel fouten in gemaakt worden. Dat is heel jammer, vooral omdat het bij 99 procent van de titels wél goed gaat. Maar het bewijst te meer dat een goede titel niet opvalt. En daar schuilt het vakmanschap in. Er wordt ontzettend veel ondertiteld door goed bedoelende amateurs en dat stelt ons werk in een kwaad daglicht. Reden te meer om een ervaren, professionele ondertitelaar in de arm te nemen.
Ondertitelen. Hoe werkt dat?
Comprimeren
Een kijker kan gemiddeld niet meer dan 37-45 tekens per regel verwerken, dus maximaal 90 tekens per ondertitel. Het geheel staat minimaal 1 seconde en maximaal 8 seconden in beeld, afhankelijk van de spreektijd. Ondertitelen is dus voor een belangrijk deel een kwestie van comprimeren/samenvatten.
Niet alleen moet een ondertitel korter zijn dan het origineel, het Nederlands heeft ook nog eens meer woorden nodig om hetzelfde uit te drukken als het Engels.
Maar wat kun je weglaten zonder dat de kijker het mist? Je kort natuurlijk nooit iets in wat belangrijk is om het gesprek goed te kunnen volgen, of waar later nog naar verwezen wordt. En terwijl de focus ligt op de essentie van de inhoud, zijn ook zaken als slang, jargon, register en cultuurgebonden humor relevant. Dat alles wil je samenpersen in een correcte, heldere en soepel lopende zin.
Eén zin? Soms voeg je twee zinnen samen tot één, omdat ze anders te kort in beeld staan. Maar als de tijd het toelaat is het soms weer beter om een zin op te splitsen. Bijvoorbeeld omdat je anders in één titel de pointe van een grap al zou verraden.
Afbreken
Uiteraard breekt een professionele ondertitelaar een titel af op een logische en grammaticaal juiste positie. Bij het verdelen van een ondertitel over twee regels volg je altijd de logica van grammaticale eenheden. Waar je afbreekt is niet alleen van belang voor de leesbaarheid, maar je wilt ook zoveel mogelijk ruimte voor het beeld overlaten.
Dus niet: Het werk is leuk, maar er
zijn wel te veel regels.
maar: Het werk is leuk,
maar er zijn wel te veel regels.
Dit is de richtlijn voor een beeldverhouding van 4:3. Voor films van 16:9 gelden weer andere regels.
Dan een lastige kwestie. Wat doe je als mensen door elkaar praten? Degene die in beeld is ondertitelen? Maar stel dat iemand anders, bijvoorbeeld in een talkshow, iets inbrengt waar het gesprek daarna op doorgaat? Of iemand anders gewoonweg veel harder praat? De kijker verwacht daar toch een vertaling van in een ondertitel. Maatwerk dus.
De kijker kan niet alles lezen voordat de titel uit beeld verdwijnt. Een ondertitelaar houdt rekening met een leessnelheid van 10 à 20 karakters per seconde. Bij een gemiddelde leessnelheid van 15 karakters per seconde leest iemand 180 woorden van gemiddelde lengte per minuut. Zowel in een titel in de eigen taal als vertaald uit een vreemde taal kan die kijker niet meer dan 45 tekens per regel verwerken.
Spotten
Spotten is het bepalen van het moment waarop de titel in beeld komt en weer verdwijnt; de incue en outcue. Verschijnen titels te vroeg of te laat, dan stoort dat de kijker. Goed gespotte ondertitels volgen het ritme van scènes, dialogen en beeldwisselingen en vergroten het kijkplezier.
Maar wat is goed spotten? De tijdcode bepaalt de marges van de titel, in het geval van de incue het aantal frames voordat de spraak begint, zodat het lijkt alsof de titel precies synchroon in beeld komt met het moment waarop iemand begint te spreken. Vangarmen houdt hierin 2 frames aan omdat dat het meest natuurlijk overkomt. De outcue hangt af van de vraag of er nog iets gezegd wordt, door dezelfde of een tweede spreker. Zo niet, dan verdwijnt de titel ongeveer 12 frames nadat de spreker is uitgepraat. De titel door laten lopen na een beeldwisseling kan wel, met minimaal 10 frames, anders oogt het onrustig, maar uiteraard loopt een titel nooit door na een scènewisseling.
Machinevertaling (MAS, Machine Assisted Subtitling)
Het is een ontwikkeling die al een tijd gaande is, maar die in de toekomst steeds vaker aangewend en toegepast zal worden: Computervertalingen of machinevertalingen. Daarbij wordt de brontekst vertaald door een computerprogramma. Er worden verschillende apps aangeboden om video automatisch te laten ondertitelen. Het voordeel: het is goedkoop. De nadelen: het kost flink wat doorzettingsvermogen om wegwijs te raken in de mogelijkheden en beperkingen van de software, het resultaat is verre van optimaal en je hebt alsnog veel werk aan het corrigeren. De software verstaat woorden verkeerd, voegt geen interpunctie toe, maakt geen onderscheid tussen sprekers en de timing van de ondertiteling is vaak verkeerd.
Van Wikipedia: “Met de huidige stand van de vertaalsoftware vergt het doorgaans echter nog veel nabewerking. Er is al veel onderzoek verricht naar de mogelijkheid om vertalingen helemaal door een computer te laten maken, bijvoorbeeld met behulp van het programma SYSTRAN. Tot dusver heeft een dergelijke computervertaling echter nog geen goede vertaalde tekst opgeleverd. Wel kan een computervertaling soms een basis vormen voor de vertaler om zelf een goede tekst te redigeren.”
Ik kies er in alle gevallen voor om een vertaling, of het nu om platte tekst of ondertiteling gaat, zelf te doen, zonder hulp van vertaalsoftware. Dat heeft meerdere redenen.
De ervaring leert dat het omzetten van een door een computer vertaalde tekst naar een goed lopende, grammaticaal correcte, leesbare Nederlandse tekst even veel tijd kost als het meteen zelf vertalen van de brontekst.
Het bereik van computersoftware is beperkt. Een computer zal een bepaalde zin altijd op dezelfde manier vertalen. Een vertaler houdt rekening met de context, het register, het publiek, de wensen van de opdrachtgever etc. en zal op basis daarvan zijn woordkeuze en formulering bepalen.
Modelrichtlijn Auteursbond
De Nederlandse Auteursbond heeft een modelrichtlijn voor ondertiteling opgesteld. De richtlijn schetst de eisen waaraan een goede ondertiteling – voor de Nederlandstalige markt – moet voldoen. Doel is de kwaliteit van ondertiteling te verbeteren. De richtlijn is opgesteld door vier zeer ervaren ondertitelaars in het kader van een breder Europees project. De meeste Nederlandse ondertitelbedrijven, ook Vangarmen, volgen deze richtlijn en ook de Taalunie schaart zich achter het initiatief.
Zie hier de richtlijnen in het Nederlands (pdf).
En lees hier over de onvolprezen helden die ondertitelaars zijn (Engels).